Klepper

De boot

Veiligheid

Een scheepswijsheid stelt dat een schip nooit zeewaardiger kan zijn dan zijn kapitein zeevaardig is. Voor een vouwkano geldt dat natuurlijk ook. Je moet daarom weten wat er kan gebeuren en wat de risico's zijn, en hoe je die zoveel mogelijk kan beperken.

Hoewel ik geen expert ben op dit gebied, en zeker niet specifiek voor kano's meen ik er toch wel iets van te weten. Van mijn werkgever heb ik namelijk een paar cursussen offshore survival mogen (moeten) volgen, waarin een aantal belangrijke punten toch wel aan de orde komt. Hierdoor ben ik me redelijk bewust van de gevaren, weet ik wat ik kan en vooral wat ik niet kan, en ben ik waarschijnlijk ook wat minder avontuurlijk ingesteld dan anderen. Daarom ook:

Wat betreft veiligheid gaat er niets boven training en praktijkervaring. De rest van dit verhaal is dan ook niet bedoeld als leerboek, en je moet zeker niet de illusie hebben dat je na lezen van dit stuk zomaar in je eentje groot water op kan. Ik probeer je alleen maar bewust te maken van een aantal van de gevaren waar je mee te maken kan krijgen.
Voor de rest: Volg cursussen, ga mee met tochten onder deskundige begeleiding en gebruik je gezonde verstand.

Planning

Om de risico's zo veel mogelijk te beperken, en de kans op overleven bij een "incident" zo groot mogelijk te maken is een goede planning en voorbereiding van groot belang.

Om goed te kunnen plannen is het natuurlijk van groot belang dat je alle factoren kent, zoals welke snelheid je kunt aanhouden, hoe de wind, stroom en golven zijn, eventuele uitwijkmogelijkheden als de omstandigheden veranderen, en voorbereid zijn op andere calamiteiten. Daarnaast moet je ook zorgen dat je uitrusting geschikt is om de gevolgen van calamiteiten zo veel mogelijk te beperken.
Dit geldt strikt genomen voor alle kanotochten, echter voor slootjesvaren op een warme zomerdag zijn de ontsnappingsmogelijkheden meestal zo ruim voorhanden dat speciale maatregelen niet echt nodig zijn. Het wordt al een ander verhaal als je in het voor– of naseizoen een plas van een paar honderd meter moet oversteken en hoe groter, kouder en verder, hoe meer er nodig is.

Zodra je op getijdenwateren gaat varen wordt een goede planning helemaal belangrijk. Getijstromen wisselen zo'n vier keer per dag van richting, en zelfs diep landinwaards als in de Hollandse Biesbosch kun je er al flink voordeel of nadeel van hebben als je op het verkeerde moment in de verkeerde richting vaart.
Helemaal belangrijk wordt het als je op de Waddenzee gaat varen, met een goede planning kun je met opkomend tij mee het wad op tot het wantij, en daarna met de stroom mee er ook weer af.

Wantij is de denkbeeldige lijn waar de twee getijstromen die linksom en rechtsom een eiland lopen elkaar ontmoeten. Hij loopt grofweg iets oostelijk van het midden van het eiland tot aan het vasteland. Voor de exacte plek, en voor het maken van de rest van de planning heb je een stroomatlas, zeekaarten en een getijdentabel nodig

Voor het thuisfront is de planning ook belangrijk, als je er om een of andere reden niet in slaagt om je aan je schema te houden kunnen ze alarm slaan.

Navigatie

Om je aan je planning te kunnen houden is het zaak te weten dat je op die plek bent waar je op dat moment had willen zijn, of in ieder geval dat je weet waar je dan wel bent en hoe je moet varen om terug op schema te komen.
Met de betaalbare GPS ontvangers van tegenwoordig is precies weten waar je bent niet zo'n kunst meer, je moet er echter ook rekening mee houden dat GPS ontvangers op batterijen werken die leeg kunnen raken of dat ze gewoon stuk kunnen gaan. Zorg daarom ook altijd voor alternatieven, zoals kaart en kompas, en net zo belangrijk, leer daar ook mee werken.

Gevaren die je loopt

Verdwalen, omslaan en uit de koers raken zijn op zich niet gevaarlijk. Wat wel lastig is en gevaarlijk is dat je daardoor in een situatie kan raken waar je niet zelf meer uit kan komen.

Door niet alleen te gaan varen kun je in dit soort situaties natuurlijk veel sneller en gemakkelijker geholpen worden.

Een overzicht van de wat minder prettige zaken die je kunnen overkomen:

Onderkoeling (hypothermie)
Onderkoeling is doodsoorzaak nummer één voor buitensporters! Als je er niet rechtstreeks aan dood gaat verhindert het dat je adequaat kan handelen (bijvoorbeeld zwemmen) en kan het indirect alsnog fataal worden.

Als je lichaam meer warmte kwijtraakt dan het zelf aanmaakt zal je temperatuur gaan dalen. In het begin zal je lichaam dit willen tegengaan door bijvoorbeeld te gaan rillen, als je verder afkoelt houd het rillen op. Als de temperatuur in het midden van je lichaam (de kerntemperatuur) gedaald is tot 35,5°C spreek je van hypothermie. Naarmate de kerntemperatuur daalt ga je slechter presteren, je beoordelingsvermogen neemt af, je wordt apathisch, slaat wartaal uit (als je niet beter wist zou iemand denken dat je te veel gedronken hebt), je raakt bewusteloos en zodra je hart onder de 30°C komt is de kans groot dat het ermee stopt. In één uitzonderlijk geval is ooit bij een kind van twee jaar een temperatuur van 15 graden gemeten, voor "normale" mensen is dat al ver voorbij de gevarenzone.
In koude lucht loop je al kans onderkoeld te raken, maar het risico van watersport is dat in water je lichaam ongeveer 30 keer sneller warmte kwijtraakt dan in lucht van gelijke temperatuur, en als je beweegt (zwemmen, watertrappen) gaat dat nog sneller. Onder ongunstige omstandigheden (koud water, geen zwemvest) kan het dan ook in een paar minuten met je gebeurd zijn. Een vuistregel is hier dat je zoveel minuten hebt als de temperatuur van het water in graden Celcius voordat je handelen beïnvloed wordt. Als je weinig vet hebt is dat natuurlijk nog minder, hier geldt "Survival of the fattest" ;-)

Stel je voor: je slaat om, het water is 6°C, je probeert twee minuten lang weer in je boot te klimmen en besluit dan maar om naar de kant te zwemmen die "maar" 200 meter weg is. Red je dat alleen?

Maatregelen die je kan nemen is zorgen dat je niet in het water komt (kun je niet garanderen), zorgen dat je zo snel mogelijk weer uit het water komt (kun je ook niet garanderen, vooral als je al een beetje onderkoeld raakt), en zorgen dat je in het water zo weinig mogelijk warmte verliest. Dat laatste kun je bereiken door goede kleding, een wetsuit of liever nog een zogenaamd drysuit. Vergeet vooral ook niet je hoofd te beschermen, via je hoofd verlies je een groot deel van je lichaamswarmte.
Als je niet snel uit het water kan komen kun je alleen nog proberen het warmteverlies zoveel mogelijk te beperken door niet te zwemmen of te watertrappen, en met gekruiste armen en benen in een foetushouding met je rug in de wind te gaan liggen. (en dan maar hopen dat iemand je er op tijd uithaalt).

EHBO bij onderkoeling
Als je een slachtoffer van onderkoeling moet helpen kun je het beste zo snel mogelijk deskundige hulp inroepen.
Tijdens de redding moet je het slachtoffer zo weinig mogelijk laten bewegen om te voorkomen dat koud bloed van de buitenkant naar het hart toestroomt. Daarna moet je het slachtoffer vlak laten liggen en (voorzichtig) goed inpakken, zodat hij door zijn eigen warmte langzaam weer opwarmt, of in ieder geval niet nog verder afkoelt.
Bij diepe onderkoeling is er geen waarneembare hartslag of ademhaling meer, waardoor het slachtoffer dood lijkt te zijn. Als je dan zou gaan reanimeren stroomt het koude bloed weer naar het hart waardoor dat kan stoppen. Het geven van alleen mond-op-mond beademing is wel een goed idee, omdat je dan warme lucht in de longen van het slachtoffer blaast, waarmee hij van binnenuit opgewarmd wordt.

Wat je nooit moet doen:
Het slachtoffer nooit van buitenaf proberen op te warmen. Leg het slachtoffer niet in een warm bad, ga niet niet wrijven en geef zeker geen alcohol te drinken. Wat wel kan is, als het slachtoffer zelf nog kan drinken, de binnenkant te verwarmen door warme zoete drank geven, bijvoorbeeld warm vruchtensap.

Zie ook de website van Hypothermia.org

Omslaan
Op zich geen probleem bij vouwkano's, je klimt er zo weer in (zeggen ze tenminste, zelf heb ik er -nog- geen ervaring mee). Als je er niet snel weer in komt en je bent er niet goed op gekleed kan de onderkoeling die er op volgt natuurlijk wel een probleem worden.

Om na omslaan zo goed mogelijk weer verder te kunnen varen is het zaak dat je het water zo snel mogelijk uit de boot krijgt. Het is dan handig om al zo weinig mogelijk water in je boot te hebben, dit kun je bereiken door alle lege ruimte op te vullen met waterdichte zakken. Er zijn speciale zakken te koop voor in de punten, maar ook een gewone zak voor je droge kleren voldoet. Bind alles wel vast, aan een zak die naast je boot drijft heb je weinig. Een trucje dat bij vouwboten door de sponsons goed (kan) werken is om, als je nog in het water ligt en de boot overeind draait deze even op zijn zijkant te laten staan. Hierdoor loopt er al een hoop water uit. Ik kan me wel voorstellen dat als je naast je boot in het koude water ligt je er liever snel in klimt dan te proberen boven je macht de boot op zijn zijkant te houden.
Daarna klim je in je boot, en als je eenmaal weer in je boot zit kun je diverse soorten pompen gebruiken, een electrische is handig omdat je dan je handen vrijhoudt om te peddelen, maar die kan wel dienst weigeren. Daarnaast heb je dus een handpomp of gewoon hoosvat nodig.

Verdrinken
De meeste mensen in Nederland kunnen wel aardig zwemmen, maar dat wordt anders als je bewusteloos, onderkoeld, uitgeput of gewond bent. Zorg daarom voor extra drijfvermogen in de vorm van een reddings- of zwemvest. Een goed reddingsvest draait je met je gezicht naar boven en heeft een kraag die je hoofd ondersteund en boven water houd.
Een "goed" reddingsvest hindert je bij het peddelen, de meeste kanovesten zijn een compromis tussen veiligheid en draagcomfort. Zelf gebruik ik een zelfopblazend vest, dat niet hindert. Nadeel is wel dat je na één keer gebruik er weer een nieuwe patroon (à zo'n €25,-) in moet schroeven, gelukkig gaan vouwboten niet zo snel om.
Uitputting, honger en dorst
Het kan zijn dat je ergens bent gaan varen en door stroom, wind of golven niet meer terug kan komen. Hierdoor kan het dus zijn dat je aanmerkelijk langer in je bootje moet zitten dan je van plan was. Een gemiddeld gezond mens kan echter wel een paar weken zonder eten, maar maar een paar dagen zonder drinken.
Het gebrek aan energie zorgt er echter wel voor dat je minder presteert, als je minder presteert raak je verder achter op je schema, en erger nog, ontwikkel je minder warmte, en daar ligt de onderkoeling alweer op de loer.
Verwondingen
Kunnen lastig zijn, vooral als ze je hinderen bij het peddelen. Als je veel bloed verliest zakt je algemene conditie in elkaar en ben je ook nog eens veel vatbaarder voor onderkoeling.
Het is natuurlijk verstanding om een EHBO cursus te volgen en een EHBO setje bij je te hebben.
Overvaren worden
Een kano op groot water is maar een notedopje, en verdwijnt soms zelfs helemaal tussen de golven. Ook zit er weinig tot geen metaal aan, zodat hij op de radar ook niet te zien is. Vaar daarom defensief, blijf als het even kan uit de buurt van grote scheepvaart, en probeer zoveel mogelijk op te vallen. Voor sommige wateren is het zeker aan te raden of zelfs verplicht een marifoon mee te nemen, vooral als er centrale verkeersbegeleiding is. Een radarreflector zou op zich ook niet verkeerd zijn, maar die kan je op een kano eigenlijk niet fatsoenlijk monteren.

Gered worden

Om gered te kunnen worden moeten de redders wel weten dat ze moeten uitrukken. Als niemand weet wat je van plan was zal ook niemand je missen, laat daarom je vaarplan achter bij het thuisfront en laat (als het kan) regelmatig weten hoe het met je gaat en of je van je plannen afwijkt.

Als je eenmaal in de situatie bent dat je gered zou willen worden is het zaak dat je dat op een duidelijke manier laat merken. Als je naast je boot in het water ligt heb je natuurlijk niet zoveel aan spullen die goed verpakt aan boord liggen, stop daarom ook wat in de zakken van je zwemvest.

Je kunt een GSM, als je tenminste ontvangst hebt, gebruiken om de hulpdiensten te waarschuwen. Naast het bekende alarmnummer 112 is er het alarmnummer van de kustwacht 0900-0111. Geeft zoveel mogelijk informatie over de aard van je problemen, je positie en het nummer van je eigen GSM. Hou er bij bellen van 112 wel rekening mee dat politie, brandweer en/of ambulance meestal via de weg komen, geef je positie dus bij voorkeur op in "landtermen" en probeer als het even kan ook naar een goed per weg bereikbare en herkenbare plaats te gaan (bijvoorbeeld een brug of kade).
Als je die hebt is het beter via een marifoon hulp in te roepen op noodkanaal 16. Alle grote schepen horen hiernaar te luisteren, en zijn in principe ook verplicht te hulp te schieten bij noodoproepen.

Voor een marifoon heb je een certificaat nodig en je moet ze laten registreren. Voor een portable marifoon is het daarbij niet meer nodig ze aan een scheepsregistratie te koppelen, zodat ze ook voor kajaks gebruikt kunnen worden.

Naast kanaal 16 van de marifoon is er op zee en met de nieuwere marifoons nog de mogelijkheid om DSC (Digital Selective Calling) te gebruiken, alle schepen in de buurt krijgen dan meteen een alarmbericht met je positie doorgestuurd.

Nog een stap verder zijn noodbakens, in de vorm van een PLB (Personal Locator Beacon) of E.P.I.R.B. (Emergency Position Indicating Radio Beacon), waarbij de EPIRB aan een aantal meer regels moet voldoen dan het PLB.

Er heerst bij sommigen het misverstand dat anderen je positie zouden kunnen bepalen als je een GPS ontvanger gebruikt. Dit is niet zo, en als het al zo zou zijn zijn er dagelijks honderdduizenden van in gebruik, en is die ene dus niet te herkennen. Hiernaast heeft een losse GPS geen enkele mogelijkheid om alarm te slaan.
De systemen die bijvoorbeeld gebruikt worden om vrachtwagens of gestolen auto's te volgen gebruiken allemaal een extra communicatiemiddel (zoals GSM) om de positie van het voertuig mee door te geven.
Het nog uit te rollen Galileo-systeem als alternatief voor GPS voorziet wel in een tweerichtings communicatie en een alarmfunctie, het project is echter nog in een testfase en er is echter nog geen apparatuur voor beschikbaar. Daarnaast vrees ik dat als Galileo ooit net zo populair wordt als de GPS nu is dat de waarde beperkt wordt door de vele valse alarmen.

Om de aandacht verder nog op je te vestigen kun je vuurpijlen, handfakkels en rookpotten gebruiken, maar alleen als je een redelijk vermoeden hebt dat je ook echt gezien wordt. Voor kortere afstanden kan een fluit ook nuttig zijn, en wat ook heel effectief kan zijn is een spiegeltje waarmee je zonlicht weerkaatst in de richting van de zoekende redders. De zon moet dan wel schijnen, je moet de redders zelf zien en ze moeten ook min of meer uit de richting van de zon komen.
Verder helpt een boot in een felle kleur ook mee om je sneller gevonden te laten worden (als de goede kant tenminste boven ligt). Om je zichtbaarheid nog verder te vergroten zijn er fel oranje plastic wimpels te koop die uitgerold plat op het water blijven drijven. In de praktijk blijkt zo'n rechte oranje streep van 10 meter vanuit de lucht goed op te vallen. terug naar AF

Laatste wijziging: 26-1-2011