Hoe het zo gekomen is met mijn computers

Het prille begin

De eerste kennismaking met computers was toen ik in 1978 op de THT in Enschede ging studeren. In het gebouw voor toegepaste wiskunde stond een grote DEC-20 achter een glazen ruit, en iedereen die er langs liep kon hem bewonderen. Echt gebruikt heb ik hem niet, ik kan met tenminste niets herinneren over programmeerpractica.

Zelf had ik een Texas TI-57 programmeerbare rekenmachine, en die was minstens even leuk om te programmeren, en je zag meteen resultaat.

Het serieuzere werk

Het eerste jaar op de HTS hadden we les in ALGOL-60, en voor het practicum konden we aan de slag met ponsmachines. De pakketten ponskaarten werden ingelezen en per modem op de IBM van de TH in Delft verwerkt. De uitvoer kon je dan een paar uur later ophalen. Voor het hele practicum kregen we 2 hele seconden CPU tijd per persoon. Aan het eind van de opdrachten was het de sport om zo dicht mogelijk onder die twee seconden uit te komen. Met een programma voor Fourier synthese kwam ik op 1,98.

In mijn stage werd ik er door een leraar op uitgestuurd om een programma dat op een PDP-11 in FORTRAN liep om te zetten naar de LABBUS microcomputer die op de HTS gebruikt werden. Dit gebeurde in Haarlem bij ingenieursbureau MicroProject, de ontwikkelaars van de LABBUS computers.
Helaas liep de FORTRAN compiler die voor de LABBUS beschikbaar was al na 800 regels vast. Het hele programma was meer dan 13000 regels lang en gebruikte daarbij ook nogal wat smerige specifieke PDP-11 programmeertrucs. Ik ben toen maar begonnen iets soortgelijks te maken in Pascal, waar een betere compiler voor beschikbaar was, en ben nog een redelijk eind gekomen. Alleen de leraar die mij de opdracht had gegeven was niet echt blij, hij had gehoopt voor een prikkie zijn favoriete programma te kunnen gebruiken, zonder een dure PDP-11 te hoeven kopen.

In mijn tweede stageperiode heb ik printjes ontwikkeld voor een op de 8085 processor gebaseerde machinebesturing. Een afstudeerder had voor zijn werkstuk een stuk of 20 van die dingen nodig. Een grote stap terug, bij MicroProject had ik een eigen computer (met harde schijf!, let wel: de IBM PC werd dat jaar pas geïntroduceerd, en de PC-XT kwam pas later) voor mijn werk en verslagen, en hadden ze een CAD systeem om printen mee te maken, nu was het gewoon weer verslagen met de hand schrijven en printjes plakken met tape op plastic tekenfolie.
Zelf heb ik toen mijn eerste computer gekocht, een microProfessor. Dit is een printplaat met een Z80 CPU, 2 kilobyte RAM, wat chipjes, een toetsenbordje en een paar rode LED displays. Niks BASIC of andere hogere talen, gewoon hexadecimaal Z80 machinecode intikken. Toch leer je daar een hoop van, en in de zomervakantie heb ik er toch een heel bruikbare timer voor de donkere kamer van weten te maken. Ik heb hem nog steeds, en toen ik hem een jaar geleden nog eens probeerde deed hij het nog steeds.

Bij mijn afstudeeropdracht mocht ik alweer een programma omzetten naar een andere machine, nu het programma TUTSIM dat op de Apple-][ in machinetaal (6502) geschreven was omzetten naar LABBUS machinecode (6809). Het zes man sterke team kwam een eind verder dan ik in mijn eentje tijdens mijn stage, maar aan het eind van het jaar hadden we net niet genoeg tijd om de laatste fouten eruit te halen. Ondanks dat ben ik toch geslaagd.

De eerste werkervaring

Met de inkt van mijn diploma nog nat vond ik zowaar een baantje in de bakken van het arbeidsbureau (het waren toen wat andere tijden dan nu!). Het was bij een bedrijfje dat een systeempje had om koeienstallen te automatiseren. Iedere koe krijgt een halsband om, en als ze hun kop in een voerbak steken wordt dat geregistreerd, zodat de boer kan zien wat iedere koe eet.
Ze waren net bezig om het systeem om te zetten van een speciaal, en dus duur Force 68000 bord naar de toen net nieuwe Commodore 64, en konden dus wel iemand gebruiken die in 6502 assembler kon programmeren.
Helaas was het bedrijfje van bedenkelijk allooi, ze betaalden bijvoorbeeld in principe geen salaris tijdens de proefperiode van twee weken, en toen ik in de tweede week een wel zeer dubieus* contract kreeg aangeboden had ik het wel gezien. De baas van het spul moest mij ook al niet meer, vooral omdat ik eerst nog even met het contract langsging bij de juridische afdeling van het arbeidsbureau. Toch nog mooi twee weken met de -toen- gloednieuwe Commodore 64 mogen spelen, en een goede les geleerd, maar jammer van het geld.
Een collega die er wel ingetrapt was kreeg in plaats van salaris de Force 68000 borden aangeboden, die volgens de baas toch ook duizenden guldens waard waren. Omdat hij nog maanden salaris tegoed had durfde hij ook niet weg te lopen.

* Een illustratie: de eerste drie maanden waren een "leercontract", waarin ik 1000,- gulden per maand zou krijgen (ik mocht (!) wel solliciteren), daarna zou er nog gekeken worden wat het zou worden. (ter vergelijking, de bijstandsuitkering van dat moment was ongeveer 1100,- gulden).

Betaald werk

Na een tijdje zoeken werd ik benaderd door een ingenieursbureau dat een klusje had voor een Pascal programmeur. Het bleek een project te zijn bij Unilever Engineering in Vlaardingen. De margarinefabriek Van den Bergh & Jurgens in Rotterdam was aan het moderniseren en voor de automatisering hadden ze onder andere een tweetal HP1000 A-serie minicomputers op het oog. Deze zouden bij moeten houden welke producten (olieën en vetten, in dit geval) in welke tanks zitten, de planning omzetten in een productieschema en de recepten voor de verschillende margarines naar de procesbesturing sturen.

Logo Emerson Process Management Dit procesbesturings systeem was van Fisher Controls (daarna Fisher-Rosemount en tegenwoordig Emerson Process Management geheten), en van het één kwam het ander, en nu zit ik al ruim 23 jaar in de industriële automatisering.

De groei van het park

Na de microProfessor heb ik nog de volgende computers gehad, en de meeste heb ik nog steeds.

De nieuwste computers hangen nu in een netwerkje, waarbij de 486 inmiddels via een 400 MHz AMD K6-2 en 256 Mbyte RAM nu een 2,4 GHz Pentium 4 met één Gbyte RAM, Windows 2000 Server, nieuwe kast, voeding en een paar* grote harde schijven heeft gekregen. Sinds kort is ook de 3½" floppydrive vervangen, waarmee ook het laatste originele onderdeel verdwenen is.

De machines van 1000 MHz en hoger staan, als ze niets anders te doen hebben, te stampen voor Folding@Home, een project dat door brute rekenkracht probeert uit te vinden hoe eiwitten "vouwen". De resultaten hiervan zullen gebruikt kunnen worden om een beter begrip te krijgen van bepaalde ziektes en hopelijk ook voor het vinden van manieren om dergelijke ziektes te genezen of te voorkomen.

* zie ook het verhaal over RAID-5 hieronder

Wat handigheidjes

Netwerkje

Als je meer dan één PC hebt kun je al voor een paar tientjes per PC een netwerkje opzetten. Mijn oude 486 heeft zo tijden lang in een hoekje trouwe dienst gedaan met mijn printer en paar grote harde schijven eraan. Als je er Windows NT opzet, of Linux, kun je er ook nog je eigen webservertje van maken, om bijvoorbeeld je website mee te testen.
Inmiddels heb ik wel mijn netwerkje aanmerkelijk opgevoerd, alle PC's hebben 100 Mbit kaartjes, en ze hangen met een 3Com OfficeConnect switch aan elkaar. Ik ben inmiddels al bezig om waar dan nog zin heeft 1000 Mbit hardware te installeren.

Een switchbox voor keyboard, muis en scherm

Ook wel gemakkelijk als je meerdere computers hebt en niet zoveel ruimte voor schermen en toetsenborden. Neem wel een electronische, dan maakt het niet welke computer geselecteerd is als je er één aanzet. De mechanische schakelaar die ik eerst had moest je bij aanzetten van een computer altijd in de goede stand zetten, anders zag hij geen keyboard en/of muis.
Om de dradenwarboel wat beperkt te houden zijn er speciale KVM kabels te koop, waarmee je met één kabel zowel muis, keyboard en video op de switch aansluit.

Invoer

Naast een muis heb ik aan een van mijn PC's ook nog een graphisch tabletje van Wacom hangen. Drukgevoelig, en ideaal als je foto's bewerkt.

Breedband Internet

Hoewel niet een van de eersten met internet ben ik er intussen aardig verslaafd aan geraakt. Om telefoonkosten en downloadtijd te sparen heb ik een ADSL aansluiting genomen zodra deze in mijn wijk beschikbaar kwam.
Na wat aanloopprobleempjes nu snel en redelijk betrouwbaar, een verademing na mijn 56 kbit modem, dat meestal toch niet sneller dan 35 tot 40 kbit kwam. In een aantal stappen is de snelheid ook nog eens verhoogd. Downloaden gaat nu (sinds begin 2006) met 6 Mbit/s, wat neerkomt op ruim 600 kbytes per seconde in plaats van de 5 die ik met het modem haalde. Upload is helaas nog beperkt tot 768 kbit/s, maar dat ligt meer aan de technische beperkingen van ADSL op zich dan aan de onwil van de provider. De A in ADSL staat tenslotte voor Asymmetric, en dat houdt nu eenmaal in dat up– en downloadsnelheden verschillend zijn.

RAID-5

Door dat snelle internet kun je ook enorme hoeveelheden gegevens downloaden, die je ook weer ergens moet opslaan. Om dat niet kwijt te raken als er eens een schijf crasht heb ik mijn 400 MHz machine als file server opgetuigd met een paar grote schijven in een RAID-5 configuratie.

RAID staat voor "Redundant Array of Independent Disks", een manier om meerdere schijven als één grote te laten werken, vaak ook nog op zo'n manier dat een kapotte schijf geen invloed heet op de werking van het geheel. Bij RAID-5 wordt de capaciteit van één schijf hieraan opgeofferd, met drie schijven heb je dan de capaciteit van twee. Voor meer informatie moet je maar eens kijken op Wikipedia (gedeeltelijk door mij geschreven, trouwens...) of "RAID" intikken in je favoriete zoekmachine.

In eerste instantie (medio 2002) gebruikte ik drie 160 Gbyte Maxtor IDE schijven die onder Windows 2000 als softwarematige RAID-5 geconfigureerd waren. Helaas wordt er door mijn BIOS van iedere 160 Gbyte "maar" 128 gezien, en software RAID-5 is zo rekenintensief (op mijn 400 Mhz AMD K6-2'tje dan toch...) dat het initialiseren drie volle dagen duurde. De resulterende 256 Gbyte hebben wel goede dienst gedaan, en RAID-5 bleek inderdaad te werken toen er kerst 2002 een schijf crashte en ik geen bitje kwijt ben geraakt.

Echter, die 256 Gbyte begonnen toch sneller vol te raken dan me lief was, en de snelheid van software RAID-5 was nou ook niet om over naar huis te schrijven (2 Mbyte per seconde wegschrijven op een goede dag), dus toen Promise met een redelijk betaalbare vierkanaals IDE RAID controller (de SX4000) kwam die ook nog eens RAID-5 aankan wist ik het wel. Nog een extra 160 Gbyte schijf erbij en ik had na initialisatie, die binnen 10 minuten gebeurd was, 458 Gbyte vrij (Windows telling, volgens Maxtor en Promise waren het er 491!).
Het tijdelijk wegparkeren en terugzetten van alle gegevens kostte trouwens wel een hoop meer tijd dan die tien minuten, in totaal ben ik er zo'n twee weken mee bezig geweest.

Daarnaast bleek het ook nog tamelijk lastig één en ander in mijn server aan de praat te krijgen, mijn oorspronkelijke systeemschijf zat op een SCSI controller, maar de Promise vindt ook dat hij meetelt als in de BIOS "SCSI" als boot device instelt, dat werkt dus niet en je kan verder niet kiezen. Dan maar Windows op een (lokale) IDE schijf geïnstalleerd, en daarmee werkte het.

De 458 Gbyte waren na anderhalf jaar ook al weer vol, en met tijdelijke opslag op losse USB schijven was ik ook niet zo tevreden. Gelukkig zijn er tegenwoordig (eind 2004) leuke SATA RAID controllers te koop, een Areca ARC-1120 met 8 poorten, 4 400 Gbyte schijven en een handig hotswaprekje en ik heb er weer 1200 Gbyte extra bij. Op termijn heb ik de oude 160 Gbyte schijven ook nog vervangen (vandaar de 8 poortsversie) door nog eens 4 keer 400 Gbyte en daarmee moet ik voorlopig weer even vooruit kunnen.

Inmiddels zijn er ook redelijk betaalbare "stand-alone" RAID netwerkopslagkastjes te koop, de Synology Cubestations kosten bijvoorbeeld rond de 500 euro (medio 2007) en met vier grote harde schijven erin heb je dan voor rond de duizend euro meer dan een Terabyte aan foutbestendige opslag die ook nog eens energiezuiniger en stiller is dan een "echte" fileserver. De grootste schijf die momenteel ondersteunt wordt is 1 Tbyte, met vier van die jongens ben je wel wat duurder uit maar daar krijg je dan ook drie Tbyte aan opslag voor terug.

Ik zou trouwens niet meer zonder RAID-5 willen, al twee keer heeft het me tegen verlies van een hoop gegevens beschermd.

Met de huidige (begin 2003) stand van de techniek is het mogelijk om met één enkele RAID controller (de zeskanaals SX6000) en de grootste verkrijgbare IDE schijven (200 Gbyte) voor het eerst de limiet van één Terabyte te overschrijden. De SX6000 is wel meer dan twee keer zo duur als de SX4000, en ook een stuk groter en zal niet in alle standaard PC kasten passen. (om over de zes schijven maar te zwijgen) De SX4000 kreeg ik maar net in mijn Lian-Li PC60 kast, die toch ook niet de kleinste is...
De nieuwe (eind 2004) Areca ARC-1120 is een stuk kleiner en heeft toch 8 SATA poorten. Met 8 400 Gbyte schijven in RAID-5 kom je dan al aardig in de buurt van de 3 Terabyte...
De Synology Cubestations zijn (in 2007) al helemaal een aantrekkelijk pakket, een stil en compact kastje met laag stroomverbruik en plek voor vier harde schijven.

Backup

In mijn werk kom af en toe (maar toch te vaak) tegen dat klanten problemen krijgen omdat ze geen backups gemaakt hebben van hun bedrijfskritische systemen. Mijzelf zal dat niet zo gauw overkomen, naast het feit dat ik de meeste van mijn gegevens op RAID-5 schijven opsla maak ik van de echt belangrijke zaken ook nog eens regelmatig backups op externe schijven of andere computers in mijn netwerk. Het handigst gaat dat met programma's als Syncback. Hiermee kun je automatisch op vaste tijden een directory of schijf synchroniseren op een andere, zodat je er niet eens om hoeft te denken. De eenvoudigste versie is gratis en doet al wat het moet doen.

Internet hygiene

Om ongemak en erger door virussen te voorkomen heb ik wat speciale maatregelen genomen.
Ten eerste is op de PC die aan het net hangt een firewall geïnstalleerd (ZoneAlarm van ZoneLabs). Gemiddeld blokkeert en rapporteert ZoneAlarm tientallen tot soms wel honderden toenaderingspogingen per dag on-line, en vraagt ook netjes wat te doen als een niet eerder vrijgegeven programma vanuit de PC het net op wil. ZoneAlarm is gratis voor privégebruik, dus wat let je!
Daarnaast staat er zo weinig mogelijk op mijn internet PC, met name geen MicroSoft Office pakketten en geen file en printer sharing. Verder heb ik voor Internet zoveel mogelijk Script en Active-X opties uitgezet, dit heeft wel als nadeel dat je websites met "toeters en bellen" niet goed of helemaal niet meer kan bekijken. Je moet dus een compromis zien te vinden tussen gebruiksgemak en veiligheid.

Een ander trucje dat ik gebruik heeft betrekking op het zo min mogelijk stimuleren van spammers. Ik had Outlook Express zo ingesteld dat je in de mailfolders de berichten zelf niet kan zien, daarvoor moet je een bericht echt openen. Als ik een email niet vertrouw klik ik er met de rechtermuisknop op en kies "Properties" (Eigenschappen heet dat in de Nederlandse versie). Daarmee krijg je ook de mogelijkheid de inhoud van het bericht te bekijken, maar zonder het echt te openen. Ik kan de email dan "ongelezen" weggooien als hij me niet bevalt.
Tegenwoordig gebruik ik Thunderbird, die haalt standaard al niets op dat in emails als externe verwijzing staat.
Je moet je namelijk bedenken dat je in een HTML email verwijzingen kan opnemen die op een externe machine staan, en die kan op die manier dan weer detecteren dat hun mail gelezen wordt, en door wie. Op die manier weten de spammers dat ze het niet voor niets doen. Ik stel me zo voor dat een spammer die geen enkele reactie krijgt, en ook weet dat zijn berichten niet bekeken worden snel zal stoppen met zijn activiteiten.
Daarnaast bied XS4ALL, mijn provider ook nog eens de mogelijkheid een spamfilter in te stellen, waarmee berichten afkomstig van van spam bekende herkomsten meteen naar een aparte mailbox gestuurd worden. Die mailbox kun je apart leeghalen om te kijken wat er gespammed werd, tot nu toe lijkt dit uitstekend te werken. terug naar AF

Laatste wijziging: 1-7-2007